“De tijd van praten over waterstof is voorbij. Het gebeurt nu echt.”
Leestijd: 5 minuten
Hij gaat voor een volledig duurzame Rotterdamse haven én samenleving. Randolf Weterings, programmamanager elektrificatie en waterstof bij het Havenbedrijf Rotterdam. Hoe staat het met zijn doelen?
Randolf denkt graag groot en ver vooruit. Maar zo af en toe is het goed om stil te staan bij successen. En die zijn er zeker geweest het afgelopen jaar: “De grootste mijlpaal van afgelopen jaar is het investeringsbesluit voor de waterstofpijpleiding door de haven.” Randolf: “We verwachten dat deze klaar voor gebruik is in 2025. Daarmee wordt de mogelijkheid om alle producenten en afnemers in de haven te verbinden echt. De infrastructuur is echt de basis. Daarmee kunnen projecten echt van start.”
Altijd ambitieus
Voor Randolf is het beperken van de opwarming van de aarde tot maximaal 1,5 graden in 2050 het belangrijkste klimaatdoel, nog belangrijker dan de klimaatdoelen voor 2030. “Voor 2030 hebben we een enorm hoge ambitie neergezet van 4,6 miljoen ton waterstofimport per jaar. We zien nu dat alles iets meer tijd vraagt.” De ambitie aanpassen? “Dat lijkt me niet. Een hoge ambitie is goed.” Ondanks dat dingen soms langer duren, schieten projecten enorm op. Hij noemt de stikstofuitspraak over Porthos. Het project heeft groen licht gekregen om te bouwen.
“We maken nu blauwe waterstof mogelijk. Daar hebben we goede stappen gezet. Maar op de korte termijn zitten nog steeds veel regels en wetten in de weg. Rondom waterstof zijn nog heel veel uitdagingen door de hele keten. Het opschalen blijft een uitdaging. Of denk aan ammoniak: wat als dat hierheen komt in enorme volumes? En wat voor regelgeving moet er zijn als partijen willen importeren? Er lopen nog steeds dingen die opgelost moeten worden.”
Compleet hernieuwbaar
“We willen in een hele korte tijd van een mega fossiel systeem naar een compleet hernieuwbaar systeem. Dat is nog veel complexer dan we allemaal dachten. Maar dat wil niet zeggen dat we er niet komen.” Randolf: “Bij het verbinden van producenten met afnemers hebben we megastappen gezet het afgelopen jaar. Het is nog niet voldoende voor de importvraag van groene waterstof van Europa, maar de stappen die we zetten zijn significant.”
Randolf vervolgt: “In twee jaar tijd zijn de Europese targets heel erg omhooggegaan. De import van 10 miljoen ton waterstof waar Europa op doelt, die schaal zie je nog niet.” Hij lacht: “Als het goed gaat worden de targets omhoog geschroefd.” Hij geeft een voorbeeld: “Toen Shell een investeringsbesluit nam voor Holland Hydrogen One, vroeg iedereen zich af of de opschaling van 10 naar 20 megawatt waterstof wel realistisch was. Nu hebben we een nieuwe locatie gereserveerd voor “Conversiepark 2”. Hiermee gaat de opschaling naar 1000 megawatt. Iedereen begint er nu in te geloven.”
2050 als belangrijkste uitgangspunt
Op korte termijn gebeurt veel: “We verwachten dat de waterstofimport steeds meer op gang gaat komen. OCI is de eerste terminal die aan het uitbouwen is. En dit jaar kregen we de eerste ammoniak, klein, maar wel degelijk import.” Maar Randolf kijkt vooral uit naar 2050. Belangrijke momenten in de komende jaren zijn het aan land komen van zeewind als bron voor waterstofproductie, de aanleg van de waterstofpijpleidingen en de waterstoffabriek van Shell die uit het zand van de Maasvlakte oprijst en uitsluitend groene waterstof gaat produceren. Maar ook de tweede locatie voor de productie van waterstof in de Rotterdamse haven.
“De weg voor 2030 is duidelijk. Nu kijken wij naar 2040 en verder. Er moet nog veel meer wind bijkomen. De infrastructuur die we nu creëren moet de fundering leggen voor 2040 en zelfs 2050. Daar komt een hoop bij kijken.” Randolf doet dan ook een oproep: “We moeten op lange termijn en op grote volumes gaan plannen om het efficiënt te doen. We moeten nú plannen voor 2050. Dan kunnen we het meest efficiënt omgaan met ruimte in de haven.” Hij legt uit dat de focus op 2030 zorgt dat we niet altijd de beste keuzes maken voor 2050. “We moeten de opgave voor 2050 nu al integraal meenemen. Dat geldt voor ons, maar ook voor iedereen in de keten. We hebben zoveel lessen geleerd de afgelopen jaren, laten we dat gebruiken.”
“We moeten de opgave voor 2050 nu al integraal meenemen. Dat geldt voor ons, maar ook voor iedereen in de keten."
Een goede businesscase
Randolf vindt het vooral belangrijk dat eindklanten een businesscase hebben: “Dat is nog maar mondjesmaat. Het certificeringsschema is nog steeds niet volledig. Hoe gaan we continenten aan elkaar koppelen en wat voor garantie geeft dat voor de lange termijn? Tegelijkertijd zien we dat de kostprijs voor materiaal behoorlijk gestegen is. Dat heeft ook effect op de businesscase.
Gebruikers, zoals de raffinaderij-, mobiliteit- en luchtvaartsector moeten nu kunnen overstappen op groene waterstof of afgeleide producten.” Hij waarschuwt: “We moeten het goed regelen, maar we moeten ook de weg met elkaar vrijmaken om überhaupt te starten. Als je het nu helemaal dichttimmert kunnen we niet veel leren omdat het dan voor partijen niet meer mogelijk is om de starten.”
“Van plaatjes naar foto’s”
“Waar ik trots op ben? Waar ter wereld ik ook kom, iedereen ziet Rotterdam als dé waterstofhub. En daarnaast: we zijn het punt van plannen en plaatjes voorbij, we hebben nu foto’s van projecten in aanbouw. Het is niet alleen maar praten: het gebeurt ook echt.” Hijzelf blijft werken aan projecten die het verschil maken en die impact hebben op mens en milieu. Dat drijft én siert hem.
DEINING
In deze rubriek ontmoet je mensen die zich inzetten voor een slimme en duurzame Rotterdamse haven en aarde. Laat je door hen inspireren en help mee dit te verwezenlijken.