Gevaarlijke stoffen
In de haven van Rotterdam gelden regels voor binnenvaartschepen met gevaarlijke stoffen aan boord. Gevaarlijke stoffen kunnen gevaar, schade of ernstige hinder voor mens, dier en/of milieu veroorzaken. Voorbeelden zijn benzine, aardgas, lpg en producten uit de chemische industrie.
Voor gevaarlijke stoffen in de binnenvaart geldt het ADN (Europees verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren). De regels rondom gevaarlijke stoffen in de haven van Rotterdam zijn vastgelegd in de Havenverordening Rotterdam.
Ligplaatsen schepen met gevaarlijke stoffen
Een tankschip dat geladen is met een gevaarlijke stof mag geen ligplaats kiezen buiten een Petroleumhaven. Dit geldt ook voor geloste tankschepen die nog niet zijn schoongemaakt. Alleen de Havenmeester kan hierop een uitzondering maken.
Een tankschip heeft geen toestemming nodig wanneer:
- er aan boord een schoonmaakcertificaat aanwezig is;
- het tankschip uitsluitend geladen of op de laatste reis geladen is geweest met een brandbare vloeistof met een vlampunt van 55°C of hoger.
Container- en stukgoedschepen met aan boord bepaalde hoeveelheden van gevaarlijke stoffen mogen geen ligplaats nemen nabij woongebieden. Hiervoor zijn minimale afstanden vastgesteld volgens Bijlage 2 Havenverordening Rotterdam 2020.
Gebruik van Petroleumhavens
Wanneer schepen in een Petroleumhaven moeten laden, lossen of bunkeren, mogen zij dit slechts doen onder bepaalde voorwaarden.
Schoonmaken van ladingtanks
Voor schoonmaakhandelingen, zoals het wassen en ventileren van ladingtanks, zijn speciale ligplaatsen en boeien aangewezen. Schoonmaakhandelingen in de Petroleumhavens bij steigers en/of kades zijn uitsluitend toegestaan wanneer het betreffende bedrijf hier toestemming voor geeft. Schoonmaakhandelingen moet je vooraf melden bij het Haven Coördinatie Centrum.
Ontsmetten en gasvrij maken
De Havenmeester geeft onder bepaalde voorwaarden toestemming voor het ontsmetten van lading door begassing en het gasvrij maken van ruimen.