Grote uitbreiding in containercapaciteit verstevigt positie Rotterdam

20 juli 2023
Hoe kunnen wij je helpen?

Leestijd: 8 minuten

De omvang van de totale goederenoverslag in de Rotterdamse haven lag het eerste halfjaar 5,5% lager (220,7 miljoen ton) dan in dezelfde periode in 2022 (233,5 miljoen ton). De daling betrof vooral de overslag van kolen, containers en overig droog massagoed (grondstoffen). De overslag in de segmenten agribulk, ijzererts & schroot en LNG nam toe.

In het eerste halfjaar zijn de overeenkomsten gesloten voor de uitbreiding bij de containerterminals in de Prinses Amaliahaven. Deze uitbreiding zal op termijn leiden tot een potentiële stroom van zo'n 4 miljoen TEU (standaardmaat voor containers). De solide financiële resultaten van het Havenbedrijf stellen het Havenbedrijf in staat om te blijven investeren in de transitie naar schonere energie en in goede bereikbaarheid.

  • Forse investeringen in eerste halfjaar in extra capaciteit containerterminals
  • Belangrijke voortgang energietransitie: walstroom realisatie, investeringsbeslissing waterstof leiding,uitbreiding fabriek Sif, verduurzaming binnenvaartsector en nieuwe overeenkomsten import groene waterstof
  • 5,5% minder goederenoverslag als gevolg van hoge inflatie en een afzwakkende economie
  • Solide omzet en bedrijfsresultaat Havenbedrijf Rotterdam

Boudewijn Siemons, CEO a.i. & COO Havenbedrijf Rotterdam: 'Ondanks de economische onzekerheden en geopolitieke spanningen zijn er in het eerste halfjaar grote stappen gezet in de aanleg en uitgifte van nieuwe terreinen en kademuren om ruimte te maken voor onder meer de productie en import van groene waterstof en extra capaciteit in het containersegment. Een belangrijke stap is gezet met de uitgifte van de terreinen in de Prinses Amaliahaven aan APM Terminals en RWG. We willen onze klanten op tijd de benodigde ruimte en voorzieningen bieden om hen in staat te stellen op een duurzame manier te blijven ondernemen en groeien.'

Financiën Havenbedrijf Rotterdam

De financiële resultaten van Havenbedrijf Rotterdam waren solide in het eerste halfjaar van 2023. De opbrengsten, voornamelijk uit zeehavengelden en huur- en erfpachtopbrengsten namen toe met € 4,3 miljoen tot € 416,5 miljoen ten opzichte van het eerste halfjaar 2022. De operationele lasten stegen met € 10,2 miljoen naar € 134,6 miljoen. Daarmee daalde het resultaat voor belastingen, rente, afschrijvingen en waardeverminderingen met € 5,9 miljoen tot € 281,9 miljoen. Het nettoresultaat daalt met € 26,1 miljoen tot € 116,5 miljoen. De daling van het nettoresultaat wordt veroorzaakt door twee eenmalige posten. In het eerste halfjaar is een afwaardering van verworven stikstofrechten door de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot de 25 kilometer afkapgrens (€ 8,0 miljoen) verwerkt en is een garantiepremie Porthos (€ 7,3 miljoen) verwerkt wat leidt tot een negatief resultaat deelnemingen. 

De bruto investeringen in het eerste halfjaar van 2023 bedroegen € 135,7 miljoen, inclusief kapitaalstortingen in deelnemingen (eerste halfjaar 2022: € 117,1 miljoen). De belangrijkste investering in het eerste halfjaar van 2023 is de aanleg kademuur Amaliahaven (€ 38,3 miljoen).

Droog massagoed

De overslag binnen het goederensegment droog massagoed daalde met 11,7% in het eerste halfjaar. De overslag van kolen ging met 14,5% omlaag tot 12,4 miljoen ton. Dit heeft vooral te maken met de lage vraag naar energiekolen voor stroomproductie. Zowel in Nederland als Duitsland, de belangrijkste bestemming van kolen, werden duurzame bronnen zoals wind en zon meer gebruikt voor stroomproductie in het afgelopen halfjaar. De overslag van het segment ijzererts & schroot steeg met 8,9% naar 13,0 miljoen ton ondanks de lage vraag naar ijzererts van de staalfabrieken in het achterland van Rotterdam.

De export van schroot is echter gestegen. Schroot gaat voornamelijk naar Turkije, waar de staalproductie na de aardbeving in februari weer snel is opgestart. De opvallende daling van 62,8% van het segment overig droog massagoed hangt samen met de toename van 54,6% in het agribulk segment. Dit heeft te maken met een correctie op een verkeerde aangifte in het zeehavengeld systeem in 2022. Zonder de vertekening is de stijging in het agribulk segment 8,5%. Dit heeft vooral te maken met een groei van oliezaden uit Zuid-Amerika. Het segment overig droog massagoed laat ook na correctie een daling zien. Dit heeft vooral te maken met de daling van energie-intensieve productie, zoals staal en aluminium als gevolg van de hoge energieprijzen.

Nat massagoed

In het eerste halfjaar is er 0,6% minder nat massagoed overgeslagen. Er werd 51,8 miljoen ton ruwe olie overgeslagen, wat een daling is van 1,4%. De aanvoer van Russische olie is inmiddels volledig vervangen door ruwe olie uit de Verenigde Staten, Noorwegen, West-Afrika en het Midden-Oosten. De overslag van minerale olieproducten daalde in het eerste halfjaar met 1,9% naar 27,3 miljoen ton. De overslag van LNG steeg in het eerste halfjaar verder met 9,8% naar 5,9 miljoen ton. LNG wordt grotendeels (62%) ingevoerd vanuit de Verenigde Staten.

Containers en breakbulk

De overslag van containers nam in het eerste halfjaar af met 9,3% in tonnen tot 64,4 miljoen ton en met 8,1% tot 6,7 miljoen TEU. De afname van de containeroverslag kent twee hoofdoorzaken: het wegvallen van volumes van en naar Rusland en de daling van import uit Azië. De betrouwbaarheid van de vaarschema’s van containerschepen is echter verder toegenomen in het eerste halfjaar. Dit leidde tot de verbetering van de afhandeling van volumes in de haven en naar het achterland. Het Roll-on Roll-off verkeer (RoRo) is afgenomen met 3,2% tot 13,3 miljoen ton. Naast de afnemende vraag door hoge inflatie en opgebouwde voorraden, heeft het RoRo segment ook te maken met een zwakke Britse economie. Het segment overig stukgoed daalde met 11,5% naar 3,4 miljoen ton. De voornaamste reden hiervoor is dat veel stukgoed lading weer in containers wordt verscheept door de lage containertarieven.

Maasvlakte 2 vanuit de lucht gezien met uiterst links de Slufter, bovenin de Prinses Amaliahaven met de APMT en RWG-terminals en onderin SIF, FutureLand en de Haliade X
Foto: Martens Multimedia

Digitalisering

In het eerste halfjaar zijn belangrijke stappen gezet op het gebied van digitalisering. Na een intensieve pilotfase is Nextlogic in januari 2023 officieel van start gegaan. Doel van de integrale planning-tool is dat binnenvaartschepen in de haven sneller afgehandeld worden en terminals hun kades optimaal kunnen benutten. Nextlogic verwacht dat met de aansluiting van meer barge operators in de loop van 2023 meer dan 90% van het binnenvaartvolume op de deepsea-terminals via deze integrale planning gaat lopen. 

In juni van dit jaar is Distro Energy gelanceerd. Distro Energy is een volledig geautomatiseerd handelsplatform waarmee bedrijven zelf opgewekte energie onderling lokaal kunnen verhandelen en het verbruik hiervan kunnen optimaliseren. Het platform versnelt de energietransitie met een nieuw marktmodel om lokaal gunstigere prijzen te bieden voor duurzame stroom. Dit zorgt niet alleen voor meer lokaal verbruik van hernieuwbare stroom en dus een beperking van congestie, maar ook voor lagere kosten voor de gebruikers en betere rendementen voor partijen die hernieuwbare energie opwekken en/of opslaan.

Voortgang energietransitie

Na vele jaren van voorbereiding komt de energietransitie in de volle breedte op gang. Op dit moment lopen er zo’n 70 projecten in verschillende fases en wordt de energietransitie steeds zichtbaarder. Groene waterstof speelt in de nieuwe CO2-neutrale haven en economie een centrale rol. Het Havenbedrijf Rotterdam werkt aan een reeks concrete projecten over de hele keten van productie, infrastructuur, transport, import en gebruik om de klimaatdoelstellingen te realiseren. Voor de grootschalige import van groene waterstof zijn dit jaar samenwerkingsovereenkomsten getekend met o.a. partijen in Brazilië, Spanje en Namibië. Voor de productie van groene waterstof worden twee conversieparken ingericht op Maasvlakte 2. Verschillende bedrijven hebben plannen om hier groene waterstoffabrieken te bouwen met een capaciteit van 200-250 MW per stuk. Shell is gestart met de bouw van de eerste waterstoffabriek. Alle kavels op het eerste conversiepark zijn inmiddels vergeven.

Elders op de Maasvlakte wordt nu ruimte gecreëerd voor een nieuw elektrolyse-cluster. Hier is in april 2023 een terrein van 11 ha gereserveerd voor een waterstoffabriek tot 1 GW voor de partij die de tender voor windpark IJmuiden Ver kavel Beta wint. De ambitie van het Havenbedrijf is om in 2030 2 à 2,5 GW elektrolyse te laten plaatsvinden. Het Rijk streeft naar 4 GW in heel Nederland in 2030. Gasunie heeft in juni het investeringsbesluit genomen voor het eerste deel van een landelijk waterstofnetwerk van Maasvlakte 2 naar Pernis. De werkzaamheden gaan na de zomer van start. Het waterstofnetwerk verbindt vanaf 2030 de grote industriële regio's in Nederland en omliggende landen als Duitsland en België met elkaar. Het Nederlandse bedrijf Sif gaat zijn bestaande fabriek voor monopile funderingen op Maasvlakte 2 uitbreiden. De eerste productieactiviteiten zijn gepland voor de tweede helft van 2024. Op het gebied van walstroom zijn ook belangrijke vorderingen gemaakt in het afgelopen halfjaar. Het project voor de walstroominstallatie voor cruiseschepen is begin juni gestart en vanaf eind 2024 zullen de eerste cruiseschepen in Rotterdam aan de stekker gaan. 

Ook de verduurzaming van de binnenvaartsector is concreter geworden met verdere investeringen in Zero Emission Services (ZES), een onderneming gericht op elektrificatie van de binnenvaart en door lancering van het project Condor H2. Condor H2 zal waterstofopslag en brandstofcellen met een batterijpakket leveren op basis van pay-per-use, zodat schepen emissievrij gemaakt kunnen worden met beperkte investeringen vooraf voor scheepseigenaren. Door deze samenwerking van Havenbedrijf Rotterdam, de Provincie Zuid-Holland en ruim 40 partners moeten in 2030 vijftig emissievrije schepen kunnen varen.

Vooruitblik

Over het hele jaar verwachten we een beperkte daling van de overslagvolumes als gevolg van de onzekerheden die de huidige geopolitieke situatie en de hoge inflatie met zich meebrengen. Beperkte groei van de Nederlandse economie en recessies in het buitenland zorgen voor dalende wereldhandelsvolumes en lagere industriële productie. Voor het CO2-transport-, en opslagproject Porthos verwacht de Raad van State na de zomer uitspraak te doen of de ecologische beoordeling voldoende aantoont dat de tijdelijke stikstofdepositie van Porthos geen significant effect heeft op beschermde natuurgebieden. De voorbereidingen zijn ondertussen doorgegaan. Zodra de vergunningen onherroepelijk zijn, neemt Porthos een definitieve investeringsbeslissing.

Het feit dat het Nederlandse kabinet demissionair is, betekent dat de voortgang op een aantal belangrijke thema's, zoals klimaat en stikstof lange tijd stil dreigen te vallen. Havenbedrijf Rotterdam kan en wil een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de Nederlandse klimaatdoelen. Daarvoor moeten grote investeringen in infrastructuur langjarig mogelijk gemaakt worden. Ook heeft de Rotterdamse haven stikstofruimte en voldoende netcapaciteit nodig voor verschillende projecten op het vlak van de energietransitie. Treedt hier vertraging op dan kunnen de ambities niet tijdig worden gerealiseerd en stagneert de verduurzaming van de industrie en daarmee de verduurzaming van Nederland. Havenbedrijf Rotterdam blijft zich de komende tijd inzetten op het verder brengen en uitvoeren van deze concrete projecten.