Groeiende vraag naar duurzame brandstoffen op de Rotterdam-Singapore Green Corridor vraagt om nieuwe maatregelen
Leestijd: 2 minuten
Op basis van de huidige orderboeken zou de potentiële vraag naar duurzame varianten van methaan en methanol voor containerschepen op de route Rotterdam-Singapore kunnen oplopen tot 5 miljoen ton per jaar in 2028. De betaalbaarheid en beschikbaarheid moeten echter nog worden verbeterd om de overstap naar duurzame brandstoffen mogelijk te maken.
De Rotterdam-Singapore Green and Digital Shipping Corridor heeft als doel om de emissies van grote containerschepen op de 15.000 kilometer lange route tegen 2030 met ten minste 20% te verminderen door de inzet van koolstofarme en koolstofvrije scheepsbrandstoffen. Het project wordt ondersteund door 25 partners, die samen 90 grote containerschepen op de route exploiteren met een gecombineerde transportcapaciteit van 1,5 miljoen containers (TEU) per jaar.
Er worden momenteel meerdere brandstoffen ontwikkeld om koolstofarme of koolstofvrije vaart van grote containerschepen mogelijk te maken. Biobased en synthetische (e-)varianten van methanol en methaan zijn momenteel de koplopers in deze ontwikkeling. Naar verwachting zullen ammoniak en waterstof in de komende jaren volgen. Op basis van de huidige orderboeken zullen partners in de Groene Corridor tegen 2028 meer dan 200 schepen exploiteren die in staat zijn om bio- of e-versies van methaan of methanol te gebruiken.
Betaalbaarheid, beschikbaarheid en acceptatie
De huidige orderboeken bestaan uit dual-fuel schepen, die kunnen varen op methaan of methanol, en stookolie. Dit betekent dat prijsmechanismen en de beschikbaarheid van brandstoffen belangrijke factoren blijven om de vraag naar duurzaam methaan en methanol te stimuleren.
Duurzame brandstoffen zijn naar schatting twee tot drie keer duurder dan fossiele brandstoffen en bepalen een aanzienlijk deel van de totale kosten voor containerschepen. Dit maakt het voor rederijen moeilijk om zich te committeren aan afnameovereenkomsten voor de een langere termijn, waardoor investeringen van brandstofproducenten worden belemmerd.
Om dit kip-ei-probleem aan te pakken, kunnen internationale instanties zoals de Europese Unie en de Internationale Maritieme Organisatie een rol spelen bij het stimuleren van de productie van duurzame brandstoffen door te helpen vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Dit zou vergelijkbaar kunnen zijn met de marktmechanismen die worden gebruikt door de Europese Waterstofbank, maar dan specifiek toegespitst op overbruggingsscheepvaartbrandstoffen.
Daarnaast werken Port of Rotterdam Authority en de Maritime and Port Authority of Singapore ook aan het vergroten van de acceptatie en acceptatie van duurzame brandstoffen door een duidelijk veiligheids- en operationeel kader te bieden voor schepen die in de haven willen bunkeren.