Energie- en klimaatpakket biedt verlichting voor Rotterdamse industrie
Leestijd: 3 minuten
Het kabinet geeft met het energie- en klimaatpakket invulling aan de vraag naar investeringen in behoud en verduurzaming van de Nederlandse industrie. Samen met Deltalinqs, gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland heeft Havenbedrijf Rotterdam het belang hiervan voor de haven in de afgelopen periode onder de aandacht gebracht.
"Het pakket, in aanvulling op de voorjaarsnota, laat zien dat het kabinet een oplossing wil vinden voor de problemen waar bedrijven nu tegenaan lopen. Het biedt op een aantal vlakken verlichting voor de korte termijn, en bevat belangrijke investeringen voor de toekomst. Tegelijkertijd blijft het noodzakelijk om met de overheid te blijven samenwerken, ook richting Prinsjesdag, aan een concurrerend investeringsklimaat in het belang van een weerbare Nederlandse industrie", zegt CEO van het Havenbedrijf Boudewijn Siemons.

In de voorjaarsnota is een fors bedrag beschikbaar gesteld voor de regeling SDE++ in 2026, waarmee bedrijven bewezen technologieën als CO2-opslag en waterstof kunnen toepassen voor verduurzaming. Daar komt nu met het energie- en klimaatpakket bij dat de overheid het risico gaat dragen van Aramis, het vervolgproject voor CO2-transport en opslag onder de Noordzee. Hiermee wordt het voor bedrijven aantrekkelijker gemaakt om te investeren in het verlagen van hun CO2-uitstoot in het havengebied. “Het pakket bevat dus zeker stimulansen voor verduurzaming en CO2-reductie. Tegelijkertijd zullen bedrijven altijd eerst kijken of zij voldoende perspectief zien in Nederland, voordat zij daartoe besluiten”, zegt Boudewijn Siemons.
Toewerken naar gelijk speelveld binnen Europa
De haven en de industrie zijn onlosmakelijk verbonden met bedrijven in het industriegebied in de driehoek Antwerpen, Rotterdam en het Ruhrgebied. Veel bedrijven hebben verschillende vestigingen in Europa. Havenbedrijf Rotterdam heeft steeds met partners bepleit dat de verschillen in het investeringsklimaat ten opzichte van België en Duitsland beslecht moeten worden om fabrieken in de haven open te kunnen houden. Het kabinet zet daarin een belangrijke stap door de voorgenomen plasticheffing niet door te zetten. Deze maatregel had het samenwerkende chemiecluster fors geraakt, waardoor het voortbestaan op het spel was komen te staan, net als hun rol voor de opbouw van duurzamere ketens. De terugkeer van de Subsidieregeling Indirecte Kostencompensatie (IKC) helpt om de verschillen voor de elektriciteitsrekening te verkleinen ten opzichte van die in ons omringende landen.
Met het pakket worden op een aantal vlakken belangrijke stappen voor het investeringsklimaat gezet. Op andere terreinen blijven bedrijven in Rotterdam nadelen ervaren ten opzichte van bedrijven in buurlanden. Zo blijft de CO2-heffing bedrijven op achterstand zetten. Het Havenbedrijf hoopt dat er ruimte is om ook die effecten op korte termijn te verzachten, in het belang van behoud van de industrie voor Nederland met het oog op weerbaarheid en energiezekerheid. Bedrijven in de haven kampen al jaren met onzekerheid over stikstofvergunningen. We sluiten ons aan bij de reactie van ondernemers, bouw en natuur- en milieuorganisaties die stellen dat Nederland een echte oplossing nodig heeft voor het stikstofprobleem en dat daarvoor helaas nog steeds geen juridisch houdbaar plan lijkt te liggen.
Investeringen in toekomstbestendige industrie mogelijk maken
Het Havenbedrijf werkt er samen met de bedrijven aan om de industrie toekomstbestendig te maken. Hiervoor is het cruciaal dat de productie en markt voor (groene) waterstof op gang komt en dat ook op dit gebied er geen nadelen zijn voor Nederland ten opzichte van andere landen. Door het aanpassen van de raffinageroute wordt het aantrekkelijker om groene waterstof te gebruiken bij de productie van brandstoffen. Dit is van groot belang voor de ontwikkeling van groene waterstofproductie in Rotterdam. Daarnaast zien we maatregelen om versneld infrastructuur voor elektriciteit te kunnen aanleggen. Dit is noodzakelijk voor bedrijven om verder te kunnen ontwikkelen en met elektrificatie te verduurzamen.