Reactie op onderzoek CE Delft naar directe en indirecte uitstoot havengebied Rotterdam
Leestijd: 4 minuten
Verschillende media berichten op maandag 16 december over een onderzoek van CE Delft naar de directe en indirecte uitstoot van het Rotterdamse havengebied in opdracht van Advocates for the Future. Het Havenbedrijf Rotterdam is beheerder, exploitant en ontwikkelaar van het havengebied waarin 3000 bedrijven zijn gevestigd. In dit artikel geeft Havenbedrijf Rotterdam een toelichting op de berichtgeving.
Samenvatting
Dertien procent van alle energie die in Europa wordt verbruikt, gaat door het Rotterdamse havengebied. Bij de productie van die energie door bedrijven in Rotterdam en het gebruik van die energie door consumenten en bedrijven buiten Rotterdam komt veel CO2 vrij; de hiervoor gemaakte berekening door CE Delft is voor het Havenbedrijf in grote lijnen herkenbaar en niet nieuw.
Het beheersen van de effecten van klimaatverandering vraagt om een heel nieuw, wereldwijd systeem voor energie en grondstoffen. Bedrijven wereldwijd en dus ook in de haven moeten daarvoor grote investeringen doen in ombouw van fabrieken en in nieuwe productiefaciliteiten. Dat gebeurt ook al, onder andere voor de productie van nieuwe, koolstofarme brandstoffen. Hierdoor gaat de CO2-uitstoot in de haven en bij gebruikers wereldwijd op termijn omlaag en neemt de afhankelijkheid van fossiele energie en fossiele grondstoffen af. Dit is belangrijk gezien de huidige snelheid van de klimaatverandering.
Als beheerder, exploitant en ontwikkelaar van het Rotterdamse haven- en industriegebied wil Havenbedrijf Rotterdam die investeringen van bedrijven stimuleren en mogelijk maken, met behoud van een aantrekkelijk investeringsklimaat in Rotterdam. Het Havenbedrijf bekijkt vanuit zijn rol steeds hoe het de transitie door bedrijven kan versnellen, onder andere door gezamenlijk te investeren in de aanleg van benodigde infrastructuur. Ook gebruikt het Havenbedrijf het zeehavengeld en huurcontracten om financiële prikkels toe te voegen en reductieafspraken te maken met onze klanten.
Achtergrond
Rotterdam is een energiehaven
Dertien procent van alle energie die in Europa wordt verbruikt, gaat door het Rotterdamse havengebied. Sinds de jaren vijftig zijn hier raffinaderijen gevestigd die brandstoffen maken voor vliegtuigen, auto’s en schepen en ook basisproducten voor de productie van kunststoffen. Bij gebruik van deze, nu nog veelal fossiele grond- en brandstoffen, komt veel CO2 vrij. Ook bij gebruik van de fossiele grond en brandstoffen die worden in- en doorgevoerd komt bij het gebruik ervan CO2 vrij. In opdracht van het Havenbedrijf berekende het Duitse Wuppertal Institute for Climate, Environment and Energy in 2016 dat de indirecte uitstoot van de haven ongeveer 580 Mton is. In die zin herkennen we de cijfers van 604 Mton CO2-equivalent van CE Delft. Die conclusie is dus niet nieuw.
De opgave is de transitie naar CO2-neutraal in 2050
Het beheersen van de effecten van klimaatverandering vraagt om een heel nieuw, wereldwijd systeem voor energie en grondstoffen waardoor de uitstoot van broeikasgassen kan worden teruggebracht. Gedurende deze transitie is fossiele energie nog nodig om de samenleving niet stil te laten vallen. Door import, productie en doorvoer van waterstof geproduceerd met energie uit zon en wind via de Rotterdamse haven, kunnen industrieclusters in Nederland, Duitsland en België op termijn hun CO2-uitstoot sterk verminderen. Als fossiele brandstoffen worden vervangen door biobrandstoffen en synthetische brandstoffen neemt de afhankelijkheid van fossiele energie en fossiele grondstoffen af - en dus de uitstoot buiten de haven.
Havenbedrijf stimuleert vanuit zijn rol als beheerder, exploitant en ontwikkelaar de transitie
Het zijn de bedrijven in de haven die de benodigde investeringen in ombouw van fabrieken en in nieuwe productiefaciliteiten, gericht op CO2-reductie, kunnen doen om hun directe en indirecte uitstoot terug te dringen. Regelgeving is belangrijk: zo is de vraag naar alternatieve brandstoffen en grondstoffen op dit moment nog laag omdat gebruik ervan nog niet verplicht is en de prijs fors hoger dan reguliere brandstoffen. Voor vliegtuigbrandstof geldt vanaf 2025 een bijmengverplichting van twee procent. We zien dat investeringen in duurzame vliegtuigbrandstof in het havengebied zijn toegenomen. Rotterdam is nu het grootste biobrandstoffencluster van Europa. Verplichtingen voor meer sectoren zal de vraag en daarmee de investeringen van bedrijven doen toenemen.
Infrastructuur gaat voor investeringen in de transitie uit
Het Havenbedrijf bekijkt vanuit zijn rol steeds hoe het de transitie door bedrijven kan versnellen, onder andere door gezamenlijk te investeren in de aanleg van benodigde infrastructuur. Zo hebben we samen met anderen aanzienlijk geïnvesteerd in infrastructuur in het havengebied. Infrastructuur voor CO2 en waterstof wordt nu aangelegd en zal na ingebruikname door bedrijven leiden tot CO2-reductie van hun processen en producten. In ons commercieel beleid stimuleren we bedrijven om sneller stappen te zetten, door financiële prikkels en afspraken in de landleasecontracten. Dit heeft als doel de afhankelijkheid van fossiele stromen af te laten nemen, zonder afbreuk te doen aan de leveringszekerheid en de strategische autonomie van Europa.