Geheimtaal: zeg het in Morse
Lange tijd werd dit speciale alfabet in de scheepvaart gebruikt, nu bijna niet meer. Het is nog altijd een mooie geheimtaal.
Heb je wel eens van een marconist gehoord? De marconist was vroeger degene aan boord van een schip die via de radio 'praatte' met andere schepen en de wal. Praten deed de marconist met morse, die hij maakte door op een knop te drukken.
Kort drukken voor een puntje, lang drukken voor een streepje, voor elke letter uit het alfabet een andere combinatie. Hoorde een andere marconist al die puntjes en streepjes, dan kon hij zo de boodschap ontcijferen. Een geoefende marconist kon wel twintig woorden per minuut seinen of 'verstaan'.
Aldislamp
Morsetekenskun je ook met een seinlamp of aldislamp versturen. Dat is een zoeklicht waarop een soort luxaflex is gemonteerd. Door de lamellen te openen en sluiten, kun je korte en lange lichtflitsen maken. Schepen kunnen zo berichten uitwisselen op zee. Voordeel van lichtmorse is dat bijna niemand kan meelezen.
Tot ongeveer tien jaar geleden gebruikte de Nederlandse Marine nog lichtmorse, maar tegenwoordig krijgen mariniers in opleiding er geen les meer in. Toch blijft het een mooie geheimtaal. Pak je zaklamp maar eens en oefen met een vriendje of vriendinnetje, bijvoorbeeld: . . . --- . . . Oftewel: SOS, het internationale noodsignaal. Dat kent elke zeeman of -vrouw!
Zo gaat het nu...
Als de kapitein van een schip iets met de wal of een ander schip wil bespreken, gebruikt hij de scheepsradio of marifoon. Of hij pakt de satelliettelefoon. Dat is een stuk makkelijker praten dan met morse.