De Brexit is sinds 1 januari 2021 een feit. Wat is de impact op de havenwerkers die dagelijks te maken hebben met de handel tussen Rotterdam en het Verenigd Koninkrijk? De Havenkrant vroeg het aan drie van hen.
Douane-ambtenaar Chris Dol helpt gestrande truckers waarvan het papierwerk niet in orde is. ‘Sneu hoor, zelf kunnen ze er niks aan doen.’
Eigenlijk zou Chris as we speak van zijn pensioen moeten genieten. Maar zijn afzwaaimoment als douane-ambtenaar heeft hij – speciaal voor de Brexit – met ruim een halfjaar uitgesteld. ‘Ik heb in 1993 meegemaakt dat de Britten er bij kwamen, nu wilde ik ook nog wel beleven dat ze weer vertrekken’, vertelt hij. Zijn baas en collega’s hoor je niet klagen: die zijn blij met elke oudgediende die zich de douanepraktijk van het Europa van vóór de open grenzen herinnert. Die schat aan kennis van papierwerk en procedures is onmisbaar om de overgang naar de nieuwe handelsrelatie met het Verenigd Koninkrijk in goede banen te leiden. Op alle grote terminals heeft de douane daarom ervaren ‘kwartiermakers’ gestationeerd. Chris doet dit, samen met een collega, bij P&O Ferries in de Europoort; zijn werk verricht hij vanuit een coronaproof-kantoorbus. ‘Wij noemen het ook wel de patatbus’, zegt hij lachend. Maar het zijn geen frites die hij uitdeelt; Chris’ werk bestaat vooral uit het adviseren van vrachtwagenchauffeurs die niet de juiste papieren hebben.
‘Het VK is nu wat wij een ‘derde land’ noemen, net als bijvoorbeeld China of Brazilië. In- en uitvoer van goederen gaat gepaard met allerlei administratie. Helaas is dat nog niet even goed doorgedrongen in de kantoren aan de overkant van het Kanaal.’ Het resultaat: vrachtwagenchauffeurs die uren op de terminal moeten wachten totdat het benodigde papierwerk is geregeld. ‘Sneu hoor. Die chauffeurs kunnen er zelf meestal helemaal niks aan doen.’ En dan is het fijn als een vriendelijke douanier je geduldig te woord staat, beseft Chris. ‘Soms is dat moeilijk hoor, als het de tachtigste chauffeur van de dag is. Zeker als ze geen Engels of Duits spreken. Maar goed, ik stel mezelf dan altijd maar voor hoe ík me zou voelen bij de grens met Roemenië terwijl ik geen woord Roemeens spreek. Dan ben je ook blij als iemand zijn best doet om je te begrijpen.’
Gate coördinator Wendy Bijkerk van DFDS Seaways stuurt truckers naar een speciale parkeerplaats in afwachting van de goede documentatie. ‘Dat zijn er steeds minder gelukkig.’
Je kunt niet zeggen dat Wendy slecht is voorbereid op de Brexit. Als gate coördinator bij DFDS Seaways is ze keer op keer getraind voor het naderende vertrek van de Britten. Dat moet ook wel – vanaf de DFDS Terminal in Vlaardingen vertrekken zo’n 24 schepen per week richting Engeland, afgeladen met trailers vol groenten, fruit, hout, papier en nog veel meer. En de gate coördinator checkt vanuit zijn loket bij de ingang of alle passerende trucks over de juiste douanepapieren beschikken. ‘Maar ja, de Brexit werd telkens uitgesteld, dus kregen wij onze voorbereiding elke keer opnieuw’, vertelt Wendy. Toen op 1 januari de harde grens weer werd ingesteld, zat Wendy er dus helemaal klaar voor.
‘De belangrijkste verandering is dat wij, net als alle andere terminals, zijn overgestapt op Portbase. Dat is een online systeem waarin vervoerders alle douaneformaliteiten in orde kunnen maken’, legt de Vlaardingse uit. ‘Ingewikkeld is het niet. Alle trailers die binnenkomen en vertrekken, moeten langs onze gate. Daar scant de chauffeur zijn paspoort en meldt zijn lading aan. Als op mijn scherm een groen vinkje verschijnt, is alle papierwerk in orde. Zo niet, dan moet de trailer uit de rij en naar een speciale parkeerplaats – de bufferzone – waar de chauffeur kan wachten tot alles is geregeld.’ In het begin gold dat voor ongeveer één op de tien trailers, maar inmiddels zijn het er steeds minder. ‘Hoewel ik niet de indruk heb dat de chauffeurs het erg vinden om daar te wachten. Ze krijgen een lunchpakketje, ze kunnen er douchen. Geen straf om daar wat tijd door te brengen.’
Mohammed Hashas van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is al twee jaar bezig zijn team van keuringsartsen en controleurs klaar te stomen voor de Brexit. ‘Het blijft schakelen en improviseren.’
Aan de voorbereidingen ligt het niet. Al twee jaar geleden is de NVWA begonnen met het werven van 143 nieuwe medewerkers voor Brexit, onder wie honderd nieuwe dierenartsen. Die extra handjes zijn hard nodig ook, vertelt Mohammed Hashas, teamleider Importkeuring Haven Rotterdam. ‘Wij keuren 45.000 zendingen per jaar; door Brexit neemt dat aantal met 50 procent toe’, becijfert hij. Dat vraagt niet alleen extra menskracht, maar ook om meer keurpunten in de haven. Zo heeft het bedrijfsleven op de terminal van Stena Line in Hoek van Holland een speciaal keurpunt voor levende dieren opgezet. ‘Hier kunnen onze dierenartsen broedeieren, eendagskuikens en binnenkort ook paarden controleren’, zegt Mohammed. ‘Wij zijn de enige haven in Noordwest-Europa met die mogelijkheid’, voegt hij er niet zonder trots aan toe.
Maar zelfs met al die voorbereidingen is het voortdurend schakelen en improviseren, vertelt de teamleider. ‘Zo kwamen we er bijvoorbeeld achter dat er verse melk in tankwagens wordt geïmporteerd uit het VK. Dat is een dierlijk product, dus moet worden gekeurd. Maar er was aanvankelijk door het bedrijfsleven enkel een keurpunt ingericht voor gebruikte vetten en oliën. Is opgelost hoor, maar het vraagt wel even wat van alle betrokken partijen.’ En dat is dan wel weer de winst van deze grote veranderingsoperatie: ‘We werken in de haven beter samen dan ooit’, zegt Mohammed. ‘Elke ochtend om acht uur start ik de werkdag met een overleg waarbij de hele keten aanschuift: de koel-en-vriesbedrijven, de handelsagenten, terminals, noem maar op. We delen informatie, we inventariseren de knelpunten. Een halfjaar geleden was dat ondenkbaar.’ En zo werken de ‘poortwachters van Europa’ – zoals Mohammed zichzelf en zijn collega’s gekscherend betitelt – aan een soepele overgang naar de nieuwe Brexit-realiteit. ‘Er staat ook wat op het spel: de volksgezondheid én dierenwelzijn.’