'Nu al is in Rotterdam het grootste biobrandstofcluster van Europa te vinden'
Als ergens in Nederland de energietransitie vorm krijgt, is het wel in het Rotterdamse haven- en industriegebied. Met de ambitie de meest duurzame haven van de wereld te zijn, streeft de haven ernaar in 2030 zo’n 55 procent CO2-reductie te realiseren en in 2050 helemaal CO2-neutraal te zijn. Monique de Moel, business manager en programmamanager Circulaire Economie bij het Havenbedrijf Rotterdam, vertelt hoe de haven deze ambitie samen met andere partijen wil realiseren.
Het Havenbedrijf Rotterdam beheert, exploiteert en ontwikkelt het haven- en industriegebied. Samen met bedrijven in de haven en overheid werkt het Havenbedrijf aan een toekomstbestendige haven. Om de ambitie van 2030 en die van 2050 waar te maken, heeft het Havenbedrijf een programma opgezet dat uit vier pijlers bestaat. ‘In die pijlers proberen we concrete projecten te realiseren’, legt Monique uit. ‘Want papier is geduldig, maar uiteindelijk moet het wel buiten gebeuren.’
Efficiency en infrastructuur
De eerste pijler waar de strategie op rust, is efficiency en infrastructuur. Samen met partijen in en buiten de Rotterdamse haven werkt de industrie aan maatregelen om energiegebruik terug te brengen en aan de komst van nieuwe infrastructuur die nodig is voor de transitie. ‘Binnen deze pijler zijn verschillende projecten opgestart’, vervolgt Monique. ‘De realisatie van een warmtenet bijvoorbeeld. Er worden nu leidingen gelegd waarmee we warmte van de havenindustrie kunnen transporteren naar woningen in Den Haag en uiteindelijk ook naar bedrijven en kassen. Een ander project, Porthos, gaat over het afvangen en opslaan van CO2 onder de Noordzee. Ook is verzwaring van het stroomnet nodig om bedrijven te kunnen laten verduurzamen.’
Een nieuw energiesysteem
Infrastructuur is een belangrijke voorwaarde voor de tweede pijler: het vernieuwen van het energiesysteem. ‘De industrie moet overstappen van gas, olie en kolen naar duurzame elektriciteit en (groene) waterstof. Wij werken samen met partners aan de komst van een waterstofsysteem. Zo komt er een nieuwe waterstofleiding door de Rotterdamse haven, die straks de basis vormt voor de waterstofinfrastructuur in Rotterdam. Daarnaast is op de Maasvlakte 24 hectare bestemd voor het conversiepark dat groene stroom van offshorewindparken via elektrolyse omzet in groene waterstof. Shell bouwt hier Europa’s grootste fabriek voor groene waterstof.’
Een nieuw brandstoffen- en grondstoffensysteem
Voor een schone industrie en haven is de transitie naar nieuwe grondstoffen en brandstoffen essentieel. Fossiele grondstoffen worden vervangen door het gebruik van grondstoffen gemaakt uit biomassa, gerecyclede materialen en groene waterstof. Nu al is in Rotterdam het grootste biobrandstofcluster van Europa te vinden. ‘Projecten in deze derde pijler zijn onder andere een biobrandstoffenfabriek met een capaciteit van 820.000 ton per jaar, die Shell nu bouwt’, illustreert Monique. ‘Deze fabriek zal in Europa een van de grootste in zijn soort zijn voor de productie van duurzame vliegtuigbrandstof en hernieuwbare diesel uit afval. Het Finse bedrijf Neste heeft aangekondigd € 1,9 miljard te investeren in een vergelijkbare nieuwe fabriek voor biobrandstoffen. Een ander voorbeeld: Xycle bouwt in de Rotterdamse haven een fabriek die jaarlijks 20.000 ton aan niet-mechanisch recyclebaar plastic omzet in hoogwaardige duurzame grondstof.’
Verduurzaming van het transport
De vierde pijler is de verduurzaming van het transport. ‘Mondiaal stoot de zeevaart jaarlijks ongeveer drie procent van alle CO2 uit’, weet Monique. ‘Omdat de zeevaart wel een heel efficiënte manier van transport is, wordt er wereldwijd ontzettend veel vervoerd op zee. Daarom proberen we de zeevaart maar ook het wegvervoer en de binnenvaart schoner te maken. Binnen deze pijler is er onder andere een project gestart rondom de elektrificatie van de binnenvaart, waarbij we binnenvaartschepen op batterijcontainers laten varen. Het eerste schip vaart inmiddels en we zijn bezig met de opschaling daarvan. Een ander project gaat over walstroom: schepen die in de haven liggen, gebruiken dan stroom van het net in plaats van hun eigen dieselgeneratoren.’
Samenwerking
Om 55 procent CO2-reductie te realiseren in 2030, lopen er momenteel zo’n zestig verschillende projecten. ‘Om concrete stappen te zetten, werken we samen met partijen op vele niveaus’, benadrukt Monique. ‘We hebben een circulaire agenda op regionaal niveau, maar het is natuurlijk belangrijk om ook buiten de eigen regio te kijken wat er gebeurt. Daarom hechten wij veel waarde aan samenwerking op nationaal en Europees niveau. Het Rotterdamse havenindustriegebied neemt daar immers een prominente positie in.’ Grote projecten hebben doorgaans een doorlooptijd van zo’n zeven jaar, vanaf het eerste idee tot aan de operationele fase. ‘Het lijkt misschien alsof de vier pijlers en de bijbehorende projecten op zichzelf staan, maar er is een grote samenhang en ze versterken elkaar. Dus als er waterstof wordt geproduceerd en geïmporteerd, zijn dat ook weer nieuwe grondstoffen voor de chemie. En je hebt ook de energietransitie nodig om de juiste verwaarding te maken in de grondstoffentransitie. Het is belangrijk dat elk project succesvol is.’
Gevestigde en nieuwe bedrijven
Het Havenbedrijf faciliteert veel nieuwe ontwikkelingen en denkt én werkt mee met het bedrijfsleven. ‘Bedrijven die innovatie omarmen richting een circulaire economie’, vult Monique aan. ‘Daarnaast proberen we ook nieuwe innovatieve bedrijven in het havenindustriecomplex te introduceren, die hier nieuwe technologieën willen vestigen. Samen met bedrijven zoeken we de best passende locaties voor de vestiging van nieuwe fabrieken. Daarbij kijken we onder meer naar waardeketens, logistieke mogelijkheden en synergieën met het bestaande cluster.’
2050
Vooropgesteld dat de ambitie wordt gerealiseerd, ziet een CO2-neutraal havengebied er anno 2050 heel anders uit dan nu? Monique: ‘We gaan ervan uit dat mensen in 2050 nog steeds allerlei producten gebruiken die dan nog steeds gemaakt moeten worden. Veel van de huidige industrie zal er in 2050 ook nog zijn en die ziet er dan niet per se anders uit. Alleen de grondstoffen die erin gaan en de energiedragers zullen anders zijn. En zoals we nu tankers met olie zien varen, zien we straks tankers met waterstof. Die zien er misschien anders uit, maar het zijn nog steeds schepen op de Waterweg.’