Nautische jaarcijfers 2023
Leestijd: 3 minuten
- Veilig jaar, minder schepen, geen ernstige ongelukken, meer kleine ongevallen
- Havenmeester wil ‘fietspad’ op Nieuwe Maas voor pleziervaart
- In 2024 staan duurzaamheidsambities van gemeente centraal
Het afgelopen jaar daalde het aantal bezoekende zeeschepen en binnenvaartschepen in de Rotterdamse haven aanzienlijk; respectievelijk van 29.029 naar 27.886 en van 97.459 naar 89.183. Er waren geen ernstige ongevallen en het aantal andere ongevallen steeg van 137 naar 159. De Nautische Safety Index - de index die de mate van veiligheid aangeeft - steeg van 6,39 naar 7,51. (Rijks)havenmeester René de Vries keek terug op een veilig jaar, maar het aantal incidenten met de passagiers- en pleziervaart blijft aandacht vragen.
De Vries omarmde de recente aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid om de meest kwetsbare gebruikers van de haven - passagiersvaart en pleziervaart - extra te beschermen. “We zien het gebruik van het vaarwater in de stadsregio drukker en drukker worden. We doen ons best om het vaargedrag in de recreatie- en passagiersvaart te beïnvloeden. Maar dat is niet genoeg. We praten al enige tijd met het ministerie over het maken van aparte vaarstroken (o.a. het fietspad) voor pleziervaart en passagiersvaart. Het zou een goede zaak zijn als we dit jaar komen met concrete maatregelen op de Nieuwe Maas.” De Nieuwe Maas is een hoofdvaarweg van Nederland. Dit soort maatregelen moeten wordt genomen door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Handhaving
Het aantal gesignaleerde morsingen/lekkages is dit jaar gestegen tot 218. Normaliter werden er jaarlijks zo’n 180 morsingen gesignaleerd. De overvloedige regenval van de laatste maanden is daar mede debet aan. Sowieso komt twintig procent van de gesignaleerde waterverontreiniging van de wal.
Vanaf 1 januari wordt dit cijfer meegenomen als kritische prestatie-indicator voor de havenmeester. Inmiddels is de registratie van morsingen aanzienlijk verbeterd zodat oorzaken beter in beeld worden gebracht en via extra toezicht de cijfers kunnen worden beïnvloed. Divisie Havenmeester is in gesprek met enkele terminal-eigenaren om de waterverontreiniging te verminderen.
2024
De havenmeester ondersteunt de duurzaamheidsambities van de gemeente en zet in op de energietransitie. De havenmeester is tevreden over het gebruik van walstroom in het stadscentrum, vooral langs het Noordereiland en de Maashaven wordt die goed gebruikt. Het gebruik van walstroom in het westelijk havengebied is zo goed als nul. Havenbedrijf gaat ook hier een generatorverbod invoeren, maar is daarover nog in overleg met de belangenbehartigers van de klanten.
Het afgelopen jaar is voor het eerst een containerschip dat op methanol vaart gebunkerd met biomethanol. Daarmee is een lang traject van voorbereiding op het gebruik van methanol door schepen succesvol afgerond. Vanaf nu is het bunkeren van methanol een normale activiteit geworden in Rotterdam. Inmiddels is gestart met de voorbereiding op schepen die op ammoniak gaan varen. De havenmeester verwacht de eerste ammoniak aangedreven schepen in de haven in 2025. Die kunnen hier alleen bunkeren als dat net zo veilig kan als het bunkeren van LNG (vloeibaar gas) of stookolie.
In de havens van Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Moerdijk en Dordrecht kunnen zeeschepen alle soorten scheepsafval uit de zeevaart afgeven. Het afgegeven afval wordt door de inzamelaars met vrachtwagens of binnenvaart naar erkende afvalverwerkers gebracht. Onlangs wijzigde het Havenbedrijf het Havenafvalplan. De afgifteplicht geldt nu voor alle scheepsafvalstoffen. Doel van deze aanpassingen is om te voorzien in een zo groot mogelijke prikkel voor de afgifte van vuilnis (waaronder vistuig en passief opgevist afval). Schepen betalen de vergoedingen via de verplichte afvalstoffenbijdrage op grond van de algemene voorwaarden.
Focus op de haven
De tijd dat de zeegaande patrouilleboten RPA 15 en RPA 16 dagelijks de zee opgingen om geulers - schepen die vanwege de diepgang verplicht in de Eurogeul moeten varen - te begeleiden, is voorbij. Tot 1 januari gingen de zeegaande patrouilleboten van het Havenbedrijf alleen nog de zee op om bijzondere transporten te begeleiden en incidenten. Dat is te weinig om routine op te bouwen. “Dit jaar gaan we niet meer naar buiten. De vrijgekomen capaciteit kunnen we goed gebruiken voor ons werk in de haven”, aldus René de Vries.