Groene waterstofeconomie in de Rotterdamse haven; geen verre toekomst maar actuele noodzaak
Column van Jeannette Baljeu, lid van het college van Gedeputeerde Staten, het dagelijks bestuur van de provincie Zuid-Holland.
Wereldwijde ontwikkelingen zijn meteen voelbaar in de Rotterdamse haven. Dat vind ik zo mooi aan dit gebied; de dynamiek, het vermogen én de noodzaak om je snel aan te passen, je kunt het bijna voelen.
Ook nu is de wereld om ons heen volop in beweging. Het belang om minder afhankelijk te zijn van gasimport uit één land én de duurzame ambities van Europa komen samen in Rotterdam. Ineens is de groene waterstofeconomie geen verre toekomst meer, maar actueel en noodzakelijk. Die urgentie maakt dat we samen – bedrijfsleven én overheid - sneller en ambitieuzer aan de slag moeten, met meer durf. Anders haalt de wereld ons in.
Als wethouder van Rotterdam en als gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland ben ik bijna 12 jaar betrokken bij het Rotterdamse Havengebied. Als je de haven volgt vanuit de stad naar de Maasvlakte zie je de historische lijn opbouwen. Ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op en de haven weet zich keer op keer aan te passen aan nieuwe omstandigheden; handelsstromen die van het ene continent naar het andere verschuiven, de stap van bulkgoederen, olieopslag chemie naar meer containers, de ontwikkeling van steeds grotere schepen, automatisering en digitalisering. En nu de stap naar nieuwe duurzame bedrijven.
We staan nu op het punt de stap te maken naar de Groene Waterstofeconomie. Hier kan de Rotterdamse haven het verschil maken. We hebben hier de kennis, bedrijven en infrastructuur om in Europa een belangrijke rol te spelen in de productie, opslag en het transport van groene waterstof.
Het geeft vertrouwen om te zien dat de industrie in het havengebied werk maakt van de energietransitie. Zij pakken de handschoen op, onder andere door te investeren in waterstof. Maar willen wij dat Rotterdam uitgroeit tot dé waterstofhub van en voor Europa, dan moeten wij als overheden investeren in de juiste randvoorwaarden: een goede infrastructuur voor waterstof met verbindingen naar het achterland (zoals naar Limburg, Chemelot, Noordrijn-Westfalen en het Ruhrgebied), samenwerking tussen regio’s en landen, stimuleren van de vraagontwikkeling, faciliteren van importmogelijkheden en financiële middelen voor kennis en ontwikkeling. En we moeten ervoor zorgen dat er ruimte is om te kunnen ontwikkelen, in letterlijke zin maar ook in regelgevingsmogelijkheden.
Zoals ik al zei, hoe sneller de wereld verandert, hoe sneller de Rotterdamse haven ook moet veranderen. Gelukkig zien we dat bedrijven hierin ook hun verantwoordelijkheid nemen. Wij, als lokale, landelijke en Europese overheden, moeten daarom net zo snel durven mee te bewegen met de wereldwijde ontwikkelingen. Europa wil van het gas af, klimaat en geopolitiek komen samen in Rotterdam. Een belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat de mogelijkheid om deze transitie te maken er dan moet zijn. Want juist op de plek waar we de meeste winst kunnen behalen, is er geen stikstofruimte om deze omslag te maken. Daarom vragen we ook op het stikstofdossier het Rijk om samenwerking. Het is van belang dat het Rijk stikstofruimte reserveert om de transitie mogelijk te maken. Juist in deze tijd van urgente verandering. Kortom, laten wij samen als overheden het momentum aangrijpen om de groene waterstofeconomie snel dichterbij te brengen.