‘De eerste import van duurzaam geproduceerde waterstof verwachten we in 2025’
Waterstof gaat een grote rol spelen in de energietransitie. Welke infrastructuur is daarvoor nodig? De vraag naar waterstof neemt in rap tempo toe. Het havengebied gaat naar verwachting een grote rol spelen in de waterstofeconomie gericht op Noordwest Europa.
Het gaat daarbij om tientallen miljoenen tonnen aan waterstof die nodig zijn als grondstof voor de industrie, als warmtebron en als brandstof voor landvervoer en scheep- en luchtvaart. Wat betekent dat voor de praktijk? Hoe vervoeren we die waterstof en hoe slaan we het op?
‘Om aan de vraag van 20 miljoen ton waterstof te kunnen voldoen, moeten we flink inzetten op import. Lokaal kunnen we – onder meer dankzij het elektrolysepark op de Maasvlakte – straks zo’n twee miljoen ton waterstof opwekken. De rest moeten we importeren uit landen waar je energie uit zon of wind in grote hoeveelheden kan opwekken, zoals Australië en landen in Afrika en Zuid-Amerika. In Rotterdam werken we samen met de aanwezige tankopslagbedrijven en industrie om de waterstofmarkt – import, gebruik en export – op te zetten.
Om waterstof te importeren en vervolgens te exporteren naar het achterland, zullen er verschillende technieken ingezet worden. Op de lange termijn zal er sprake zijn van een waterstofmix die bestaat uit vloeibare waterstof, ammoniak en verschillende LOHC’s. Daarom werken we in Rotterdam aan de infrastructuur die nodig is voor elk van deze waterstofdragers. Waterstof kun je in theorie goed sterk gekoeld vervoeren. Het voordeel daarvan is dat de waterstof zijn pure vorm houdt, het nadeel is dat koelen veel energie vraagt. Een tweede manier is de waterstof verpakt in ammoniak te transporteren. Daarbij kun je de bestaande infrastructuur gebruiken en ook de ammoniak vermarkten. Het nadeel is dat als je de waterstof wilt gebruiken, je de ammoniak moet kraken bij hoge temperaturen en de opslag ervan vraagt om speciale tanks.
Tot slot kunnen we waterstof importeren door waterstof aan LOHC’s te koppelen. Ook in dit geval kun je, als het gaat om vervoer, gebruikmaken van bestaande infrastructuur. Maar zodra je de waterstof wilt vermarkten moet je het kraken en heb je vervolgens twee tanks nodig: een voor de waterstof en een voor de LOHC’s. LOHC’s brengen een extra uitdaging met zich mee, omdat je de lege LOHC’s wilt hergebruiken. De vraag is: Kan dit op de eindbestemming of moet je ze retourneren om ze opnieuw te laden? Hoe je de waterstof vervolgens naar het achterland brengt? In vloeibare vorm, al dan niet verbonden aan een drager, zal het vervoer via boot, trein of truck plaatsvinden. Daarnaast zal het in gasvorm vervoerd kunnen worden via waterstofleidingen, waarvoor we aan Hynetwork Services en de Delta Corridor werken, De eerste import verwachten we in 2025. Tot 2030 zal het daarbij vooral gaan om waterstof in de dragers ammoniak, methanol en LOHC’s. Daarna verwachten we dat de techniek er is om gekoelde waterstof in grote volumes te vervoeren.’
Dit artikel verscheen eerder in het magazine Waterdrops.