Sinds twee jaar bestiert Belinda Hoff het Seafarers’ Home in Brielle. Op bezoek bij de welzijnsadviseur voor zeelieden. ‘Ze noemen me hun port mother.’
‘Kun je een andere keer bellen, ik heb net 21 Big Macs besteld om naar de bemanning van een schip te brengen.’ Een afspraak maken met Belinda Hoff is nog niet zo eenvoudig. Ze werkt bij de Deense organisatie Sea Health & Welfare en bekommert zich om de internationale bemanning van schepen die onder Deense vlag varen. Begin juli mag Belinda door versoepelde coronaregels eindelijk weer een aantal zeelieden ophalen en meenemen naar de Vischstraat in Brielle.
Postkantoor
Het oogt gezellig in het Seafarers’ Home, met een zitkamer vol boeken om te lezen en lenen. ‘Ik zorg dat de zeelieden hier een home away from home hebben.’ Belinda biedt hen niet alleen in Brielle een thuis, ze bezoekt hen ook aan boord. En ze regelt van alles, verstuurt hun post, doet boodschappen of zoekt dingen uit via internet, want aan boord is wifi vaak slecht. Ze krijgt allerlei verzoeken en vragen van de zeelieden. Vragen over het geloof speelt ze door. ‘Wij zijn een neutrale organisatie.
’Vijfde van de wereldvloot
Belinda werkt onder andere voor het Deense Maersk, de grootste containerrederij van de wereld en voor DFDS. ‘Er komt praktisch elke dag wel een Deens schip in de haven aan. Denemarken staat vijfde in de ranglijst van de wereldvloot.’ Zorgen voor de bemanning van containerschepen is voor haar het makkelijkst, omdat die – anders dan olietankers bijvoorbeeld – volgens een vast tijdsschema over de wereldzeeën varen. Zo arriveert de Vistula Maersk elke twee weken in Rotterdam. Met de bemanning bouwde Belinda in korte tijd een warme band op. ’Het was het eerste schip dat ik bezocht. Vanaf dag één maken captain, officers en crew graag gebruik van onze diensten.
’Havenmoeder
In de twee jaar dat ze welzijnsadviseur is, heeft de energieke en goedlachse Belinda al heel wat zee lieden geholpen en ontvangen in het Seafarers’ Home. ‘De zeemannen behandelen me altijd met respect en noemen me zelfs hun port mother.’ Door corona mocht ze vijf weken lang bij geen enkel schip aan boord. De bemanningsleden moesten nog veel langer aan boord blijven. ‘De scheepsagenten hielpen mij om de boodschappen bij de bemanning te krijgen.’
Het Seafarers’ Home in Brielle bestaat zo’n vijf jaar. Twee jaar geleden vroeg haar voorganger Jacob of Belinda hem wilde opvolgen. Dit werk is haar op het lijf geschreven. ‘Ik heb eerder in de scheepvaart gewerkt, onder andere bij P&O North Sea Ferries en op een cruiseschip in het Caraïbisch gebied.’ De geboren en getogen Brielse is de dochter van een Noorse zeeman die in 1967 in Brielle neerstreek en daar een begrip werd als kroegbaas. Zijn café bar De Roef aan de Voorstraat werd de vaste ankerplaats voor talloze Noorse zeelieden. De bemanning van de Berge Stahl, jarenlang het vlaggenschip van de Rotterdamse haven, behoorde drie decennia tot de vaste clientèle. Toen de Berge Stahl voor de laatste keer de Rotterdamse haven verliet, stond de hele familie Hoff – Belinda incluis – op de kade om de bemanning uit te zwaaien.
Telefoonkaart
Belinda maakt zich zorgen om de zeelieden die door corona nog steeds vastzitten in een soms schrijnende situatie die maar mondjesmaat verbetert. Het zijn niet alleen gesloten grenzen en luchthavens die bemanningswisselingen parten spelen. ‘Laatst vond een kapitein zelf een vlucht naar huis voor een bemanningslid dat al maandenlang op een schip zat. Maar de Immigratiedienst ging dwarsliggen omdat hij vooraf aan zijn vertrek vier dagen in een Nederlands hotel moest overnachten.’
Gelukkig krijgt Belinda wel volledige steun van de gemeente Rotterdam en het Port Welfare Committee, de Rotterdamse organisatie die zorg draagt voor het wel en wee van alle zeelieden in de Rotterdamse haven. Die hebben zelfs cadeaus voor vastzittende bemanningsleden geregeld. Belinda lacht: ‘Je weet niet half hoe blij je een Filipijnse zeeman maakt met een telefoonkaart.’