Een kademuur. Op het oog gewoon een muur in het water. Maar wel een muur die stand moet houden onder water en onder het gewicht van ladingen en schepen. Drie innovaties die de Rotterdamse kades veiliger maken.
1. In de kade
Een kade moet zijn mannetje staan in weer en wind, onder druk van zware schepen en ladingen. Om niet om te vallen, gaat er onder de kade een robuuste L-vormige vloer schuil, die met palen en trekankers de kade op zijn plek houdt. Maar wat nu als een kademuur zijn beste tijd heeft gehad? Dat was het geval bij de Maaskade, een vijfhonderd meter lange kademuur in hartje Rotterdam waarvan de oudste palen dateerden uit 1872. Zo’n lange kademuur vervangen is in een havenomgeving al een uitdaging, laat staan midden in de stad dicht bij bewoners en historische en kwetsbare panden... Gelukkig bedachten de verantwoordelijke bouwmeesters een paar kunstgrepen om de bouwoverlast te beperken. Door vanaf pontons op het water in plaats van op de kade aan de muur te werken, was er veel minder bouwverkeer op de kade. Nog een vondst: het beton bevatte geen traditionele wapening maar kortere, ijzersterke staalvezels. Duurzame oplossingen die de kade sterker maakten, de bouwers tijdwinst opleverden en de bewoners minder overlast gaven.
2. Aan de kade
De vijand van elke kademuur is roestvorming ofwel corrosie. Op de lange termijn zorgt dit natuurlijke proces voor zwakke plekken in de metalen damwand in de kademuur. En dat is funest voor de stevigheid en dus de veiligheid. Om die roestvorming tegen te gaan, worden in kademuren een soort aluminium staven ingebouwd die opoffer-anodes worden genoemd. Staven die zich opofferen voor de kademuur door te corroderen, waardoor de kademuur zelf roestvrij blijft. Duikers worden ingezet om die anodes periodiek te vernieuwen. ‘Dat kost geld, grondstoffen en is dus niet erg duurzaam’, zegt Robin Duvaloois, asset manager bij Havenbedrijf Rotterdam. Daarom is gezocht naar een meer duurzame manier om de damwand te beschermen. ‘We sluiten de anodes aan op een permanente voedingsbron, opgedrukte stroom’, legt Robin uit. De beschermingstechniek is inmiddels toegepast bij kades van de SIF Terminal en de HES Hartel Tank Terminal. ‘Door de opgedrukte stroom vergaan de anodes niet langer, waardoor minder grondstoffen nodig zijn. En dat is gunstig voor de CO2-voetafdruk.’ Daarnaast meten sensoren op de damwand of extra beschermingsstroom nodig is. ‘Zo optimaliseren we het systeem helemaal. We verwachten dan ook dat deze kademuren meer dan honderd jaar meegaan.’
3. Op de kade
Op een stormachtige winterdag in 2007 gaat het helemaal mis: de trossen van een containerschip aan de kade breken en het losgeslagen schip ramt een steiger van de Maasvlakte Olie Terminal. Gevolg: veel schade en een olielekkage. ‘Hadden we toen maar slimme bolders op de kade gehad’, verzucht Erik Broos. Want die weten dankzij ingebouwde sensoren precies hoeveel kracht de scheepstrossen uitoefenen. ‘Een schip kan dat zelf niet meten, de bolder geeft nu een waarschuwingssignaal af als het gevaarlijk wordt, zodat sleepboten te hulp kunnen komen’, vertelt de ingenieur van Havenbedrijf Rotterdam. Afgelopen najaar werd de eerste innovatieve aanlegpaal geplaatst bij de ECT op de Maasvlakte. ‘Een proef’, zegt Erik. ‘Maar als die proef goed verloopt, verwacht ik een snelle opmars in de Rotterdamse haven.’ Met reden, een herhaling van het ongeluk met de oliesteiger wil niemand. Bovendien worden schepen alleen maar groter, en dus nemen de krachten op bolders toe. Erik: ‘Dan wil je er zeker van zijn dat ze veilig aan de kade liggen. Deze bolder gaat ons daarbij helpen.’