Werk in de haven

Studenten leren kneepjes van het vak met simulatoren

30 mei 2022
Dit artikel is verschenen in de Havenkrant
Hoe kunnen wij je helpen?

Studenten van het Scheepvaart en Transportcollege (STC) bevaren sinds februari virtueel de rivieren in en om de Rotterdamse haven met nieuwe scheepvaartsimulatoren. Zo leren ze de fijne kneepjes van het vak als schipper.

De negentienjarige Thomas Albers stuurt geroutineerd een groot schip met steenkool op de Dordtsche Kil op weg naar de Rotterdamse haven. Nee, niet op de rivier, maar in een klaslokaal van het STC. Hij zit aan het roer van een van de simulatoren, die het STC onlangs aanschafte. De ruimte is als een echt schip, met gashendel, stuur, uitslaande dieptemeters en met zicht op de virtuele omgeving door vijf grote beeldschermen. ‘Zelfs het huis dat we op de rechteroever voorbijvaren, staat daar in het echt ook’, zegt Thomas.

Harde zuidwesterwind

Met de vier splinternieuwe simulatoren kunnen de studenten van de scheepvaart- en binnenvaartopleidingen virtueel trainen op twintig verschillende schepen. ‘Van een klein binnenvaartschip tot zeeschepen van honderden meters’, zegt docent Hugo Schwagermann die de routes voor de studenten programmeert. ‘Je kunt er stroming of een harde zuidwesterwind inzetten en zelfs het schip laten crashen, maar dat heeft niet zoveel meer waarde. Het zijn beginnende schippers die je stapje voor stapje met het schip laat oefenen.’ Op deze vrijdagochtend oefenen acht derdejaarsstudenten diverse vaarroutes in en rond de Rotterdamse haven. Hugo: ‘We gaan een nieuwe route invoeren, van Moerdijk naar ‘s-Gravendeel. Sander, Thomas, Dennis en Susanne gaan varen. Ga je gang.’ Er zijn vier kamers met simulatoren, elke oefening duurt twintig minuten en daarna komen de studenten bijeen om te evalueren wat er goed en fout ging. ‘Het was zeker lastig om je in te houden’, vraagt de docent. ‘Je zat meerdere keren te kort achter die duwbak. Dat moet je niet willen, je zit er zo bovenop. De regel is: altijd ernaast varen en houd minstens 300 meter afstand. Jij zat er minder dan 100 meter achter.’ Klasgenoot Thomas glimlachend: ‘Een bumperklever dus.’

Thomas in de simulator

Examen

Naast het evalueren van wat er misgaat, wordt de simulator gebruikt om het examen af te nemen. ‘Vroeger deden we dit in de praktijk, maar dat was soms lastig: is er een schip beschikbaar, waar doe je dat en is de vaarroute niet te druk? Op de simulator krijgt iedereen onder dezelfde geconditioneerde omstandigheden het examen. Zo leren ze meer en sneller hoe om te gaan met verschillende situaties.’ Hugo is dertien jaar docent op het STC en heeft zelf jarenlang gevaren op de internationale vaart. De simulator is volgens hem een goed hulpmiddel om de student op weg te helpen, maar het echte werk leer je in de praktijk. ‘Inzicht is belangrijk en dat leer je pas na vele jaren. Je komt onderweg vaak momenten tegen die je nog niet eerder hebt meegemaakt. Je moet in kritieke situaties snel de juiste keuzes kunnen maken. ’Na het behalen van hun vaarbewijs en diploma moeten de studenten zeker nog een paar jaar ervaring opdoen in de praktijk. Maar dat is geen probleem, want er is volgens Hugo een gillend tekort aan personeel. ‘Er liggen zelfs schepen stil, ze betalen dan soms het dubbele.’

Thomas Albers stuurt geroutineerd een groot schip in de simulator

THOMAS ALBERS (19

Over de simulator: ‘Het mooie is dat je elke situatie kunt oefenen. Zo is de drukte van de scheepsroute aanpasbaar of kun je met slecht weer varen. Je moet ruim van tevoren je beslissingen nemen op basis van het contact met andere schepen. Er zijn momenten waarover je achteraf denkt: dat had ik niet moeten doen maar daar leer je juist van. Het lastigste? Diepte inschatten, dat kun je in het echt beter, hoe mooi de 3D-beelden ook zijn. ’Wat wil je later worden? ‘Kapitein binnenvaart. Het maakt niet uit op wat voor schip. Ik wil ook nog wat ondernemersvaardigheden leren, zodat ik later een eigen bedrijf in de binnenvaart kan starten.’

Thomas Albers
Susanne Kroon

SUSANNE KROON (20)

Over de simulator: ‘Voordeel is dat het niet uitmaakt dat je een botsing krijgt met een ander schip. Hoewel, onze docent vindt dat natuurlijk minder leuk. Je kunt sneeuw of vette golven toevoegen. Wel was het wennen. In het begin werd ik nog wel eens zeeziek van de bewegende beelden. ’Wat wil je later worden? ‘Het liefst vaar ik in het buitenland, zo ver mogelijk weg. Eerst op een containerschip. Daarna wil ik een hbo business opleiding doen en uiteindelijk een eigen rederij starten.’

NOUD WELTEN (19)

Over de simulator: ‘Als je met een echt schip vaart, ben je nog wat oplettender. Op de simulator mag je fouten maken en zet de docent je een paar honderd meter terug om de route opnieuw te varen. ’Wat wil je later worden? ‘Vier jaar geleden ging ik met een tanker mee en dat beviel me zo goed, dat ik me heb aangemeld voor deze studie. Tijdens mijn stage in het tweede jaar zat ik op een beunschip met zand en grind. Je komt op de mooiste plekken en ziet veel onderweg. Eerst wil ik mijn schippersdiploma halen en daarna vijf tot tien jaar varen. Daarna zie ik wel verder.’

Noud Welten