Jezelf eigenaar mogen noemen van een stukje havenwater. Dat kunnen niet veel Rotterdammers de bewoners van de havenlofts in de Nassauhaven nazeggen. ‘Om precies te zijn: niemand’, zegt architect Pieter Figdor, ontwerper van deze unieke waterwoningen. ‘Rotterdam heeft nooit eerder havengebied met een woonbestemming uitgegeven.’
Het is een klein voorbeeldje, maar wel tekenend voor dit pioniersproject. De gemeente Rotterdam schreef in 2013 een ontwerpwedstrijd uit voor drijvende woningen in deze voormalige industriehaven in de wijk Feijenoord. Achterliggende doelstelling: de haalbaarheid van ‘wonen op het water’ onderzoeken. Onderweg moesten dan ook de nodige hindernissen worden genomen, vertelt Figdor, die met zijn bureau Public Domain Architects de prijsvraag won. Zoals dus: het havenwater opdelen in ‘woonkavels’ voor uitgifte. ‘Op die manier werd het voor mogelijke bewoners veel interessanter om te investeren in zo’n experimenteel project’, verklaart de architect deze ongebruikelijke stap. Het resultaat: de havenbodem onder de lofts staat op naam van de bewoners met een eeuwigdurend woonrecht.
Visitekaartje
Maar het waren daarnaast vooral bouwtechnische vraagstukken waarmee de architect – tevens ontwikkelaar – zich geconfronteerd zag. Zo moest de woning stabiel op het ponton staan én geschikt zijn om mee te bewegen met het getij. ‘We kozen voor lichtgewicht materialen en koppelden de pontons aan stalen meerpalen, waarlangs ze op en neer kunnen bewegen’, vertelt Figdor, die eerder het Drijvend Paviljoen in de Rijnhaven ontwierp. Een andere uitdaging was het ontbreken van een rioolaansluiting. ‘Dat losten we op door een afvalwaterzuivering in het ponton te integreren; het geloosde afvalwater is schoner dan de haven zelf.’ Zonnepanelen op het dak dragen bij aan een duurzame energievoorziening.
Het was een langdurig en soms moeizaam ontwerpproces, maar het eindresultaat mag er zijn: de woningen vormen niet alleen een visitekaartje voor de wijk Feijenoord, maar voor heel Rotterdam. ‘Er is interesse uit de hele wereld’, vertelt Figdor enthousiast. Niet zo gek: drijvende woningen zitten in de lift. Ze vormen een gecombineerd antwoord op klimaatverandering én woningnood. ‘Zeker in een stad als Rotterdam met al zijn in onbruik geraakte stadshavens.’ Nu dit eerste drijvende straatje is gelukt, is het tijd om op te schalen naar the next level: een drijvende woonwijk. ‘Op die manier wordt dit type woning ook bereikbaar voor een grotere groep Rotterdammers. Want laten we wel wezen: een havenuitzicht, dat wil toch iedereen?’
‘Het voelt als een vakantiehuis’
Uitzicht de op de Nieuwe Maas en voorbijvarende schepen – voor Stijn Heijdenrijk is dit ‘het ultieme Rotterdamse gevoel’. En het mooie is: hij hoeft er zijn huis niet eens voor uit. Sinds afgelopen najaar bewoont de verpakkingsontwerper samen met zijn vrouw Aimee een ‘havenloft’. Aan alle kanten omringd door water en alleen met een loopbrug verbonden met het vaste land.
‘We hebben nog steeds elke dag het gevoel dat we in een vakantiehuis zitten’, vertelt Stijn enthousiast. ‘Het barst hier van de watervogels, recht onder ons raam. Ganzen, zwanen, eenden, meeuwen, futen, meerkoetjes. Het lijkt alsof we in een natuurgebied wonen, maar dan midden in de stad.’
Drijvend ponton
Niet alleen het uitzicht is bijzonder. De woning staat op een drijvend ponton dat meebeweegt met het getij. Tussen hoog en laag water zit ongeveer anderhalve meter, een cyclus die dagelijks wordt doorlopen. ‘Dat is in het begin best gek ja’, zegt Stijn. ‘Je ziet het uitzicht gedurende de dag langzaam veranderen.’ En de golfslag? ‘Daar merk je eigenlijk niks van. Ook niet bij harde wind. Het ponton ligt heel stabiel op het water.’
Als havenloft-bewoner behoren Stijn en zijn vrouw tot een select groepje pioniers. Woonboten kennen we al langer, maar drijvende huizen zijn toch een nieuw fenomeen. ‘Eerlijk gezegd vonden we het ook moeilijk om ons er een duidelijke voorstelling van te maken. Maar we hadden het geluk dat we een kijkje konden nemen op de scheepswerf waar de huizen op de pontons werden afgebouwd. Toen waren we meteen verkocht.’
Behalve het lonkende perspectief van de ‘waterbeleving’ werden Stijn en zijn vrouw ook over de streep getrokken door de duurzaamheidsaspecten: zonnepanelen op het dak, een eigen afvalwaterzuivering, onderhoudsarme en milieuvriendelijke materialen. ‘En dan ook nog eens vlak bij Feijenoord, een gemêleerd buurtje in opkomst, op fietsafstand van het centrum. Wat wil je nog meer?’