In de haven vind je poëzie. Figuurlijk als je denkt aan de schepen die voorbijvaren of het kabbelende water. Maar ook letterlijk. Wist je dat je op uitkijktoren Paal 83, aan het begin van de Landtong Rozenburg, dit gedicht van Derek Otte vindt?
TUSSENTIJDS
roestige rompen van en naar
geur van golven en haven
tussen wereldstad en wereld
waar mens en immens samen
varend over waterwegen
kades kranig in de mist
tot elk lampje in de verte
kleine stukjes duister wist
wieken wiegen met de wind mee
vogels boven eb en vloed
voor een moment de tijd absent
waar het groen het grijs ontmoet
in dit ogenblik leg ik aan
tussen voortaan en voorbij
gooi het anker uit in even
en voor even ben ik vrij
Derek Otte schrijft versjes, verhalen, dichtbundels en treedt op met voordrachten en spoken word. Ook was hij de stadsdichter van Rotterdam. Het water en de haven vormen voor hem een belangrijke inspiratiebron.